woensdag 30 september 2009

Herfstbarbecue: rosbief met groenten, spek en kruiden en gepofte zoete aardappelen


Ik zag dit recept, wederom van Tessa Kiros, en dacht: dat moet ik maken. Het liefst voor een groot gezelschap. En wat is dan een beter moment dan je eigen verjaardag. Een mooie nazomerzondagmiddag, gezellig kletsend en borrelend met familie. De herfst hing al in de lucht, maar het was nog warm genoeg om lang buiten te zitten en de geuren die van de barbecue kwamen, op te vangen. Het is een recept uit Zuid-Afrika, waar ze de ‘braai’ tot kunst verheven hebben.


1 rosbief van 1 tot 1,5 kg
1 kg tomaten, in plakken gesneden
paar takjes rozemarijn en salie
4 rode uien, in dunne ringen
300 g pancetta (evt. bacon of ontbijtspek)
zoete aardappelen (één per persoon)
4 portobello’s
paar eetlepels olijfolie
1 tl oregano
2 teentjes knoflook, geperst
sap van 1 citroen
peper en zout

Nodig: een gloeiendhete barbecue met ruim voldoende houtskool/briketten.

Braad de rosbief heel kort even aan. Maak een groot vierkant van verschillende lagen aluminiumfolie over elkaar. Leg de helft van de tomaat in het midden van de folie. Bestrooi met peper en zout. Bedek met de helft van de uiringen en takjes salie en rozemarijn. Leg dan de plakjes spek/pancetta op de groenten. Laat ze overlappen.
Vervolgens mag de rosbief erop. Bestrooi met peper en zout. Nu ga je in de omgekeerde volgorde werken. Eerst pak je de rosbief helemaal in met de plakjes pancetta. Dan de uien en de kruiden erop en tot slot de tomaten. Bestrooi weer met peper en zout.

Het pakket strak opvouwen en tussen de gloeiendhete kolen op de barbecue leggen (dus niet op het rooster). Prik gaatjes in de schil van de zoete aardappelen en pak ze één voor één in alufolie. Leg ze ook tussen de kolen op de barbecue. Deksel erop en één uur geduld hebben.
Snijd intussen de portobello’s in plakjes. Leg ze in een aluminium-grilbakje. Besprenkel met olijfolie, citroensap, oregano , knoflook, peper en zout. Dit mag nog een half uurtje meegrillen boven de hete kolen.
Let op: een uur is ruim voldoende, anders wordt de rosbief te droog. Als je van rood vlees houdt, gok dan maar op een dikke drie kwartier.

Serveer op een platte schaal. Pakket openvouwen en genieten van de geuren die vrijkomen. Schik de aardappelen en portobello’s ernaast. Smaakt fantastisch met een glas rode wijn en deze heerlijke salade met appel en rode biet.


Zo ging de rosbief erin.

Veldsla met rode biet en appel


Simpel, gezond, kleurrijk en lekker. Dit is een echte herfstsalade, met lekker aardse smaken, maar ik maak ‘m het hele jaar door. Wij zijn gek op rauwe of geroerbakte bietjes: in deze salade proef je de zoete smaak heel goed. Heerlijk met geroosterd vlees of pasta met paddenstoelen.

Voor één gezin:
2 zakjes veldsla, de blaadjes los geplukt
evt. wat losse, jonge bladsla
3 rode bieten (niet koken, wel raspen)
2 appels, geraspt

Doe de sla in een grote bak, rasp de biet en appel en meng alles door elkaar. Maak een dressing van olijfolie, citroensap, een theelepel suiker, peper en zout.

Aardse smaken: pasta met paddenstoelen


Ja, echt. Je schrijft tegenwoordig paddenstoelen. Hoe dan ook, dit is een heel lekkere, vegetarische pasta die supersnel klaar is en die iedereen lekker vindt.

Kook 1 pak pasta naar keuze beetgaar. Verhit een flinke scheut olijfolie met peper-knoflookaroma. Roerbak (snel en op hoog vuur) 500-600 gram gemengde paddenstoelen (kastangechampignons, shi-take, portobello) met twee gesnipperde sjalotjes en twee geperste teentjes knoflook. Bestrooi royaal met peper en zout. Meng door de pasta. Strooi er een handvol gesneden basilicumblaadjes door. Serveer meteen en bestrooi aan tafel met versgeraspte Parmezaanse kaas.

Lekker met veldsla met rode biet en appel.

zondag 27 september 2009

Sjakie en de Chocoladetaart


Jippie! Ik was dit weekend jarig. Dus kon ik, zoals ik al jaren doe op mijn verjaardag, de chocoladetaart van Roald Dahl weer maken. Veel te calorierijk voor ons alleen, daar hebben we de hulp van familie bij nodig! Jammer Toine, die heb je dit jaar gemist …

Roald Dahl heeft, vlak voordat hij overleed in 1990, een fantastisch kookboek geschreven samen met zijn vrouw. Het geeft een mooi inkijkje in zijn familieleven en de vele maaltijden die hij, met zoveel mogelijk mensen samen, nuttigde. Deze taart is eigenlijk een dessert. Bij ons gaat het meestal zo: we nemen ’s middags al een stukje. En wat we niet opkrijgen, eten we als toetje!

250 g verkruimelde amaretti of cantuccini (Italiaanse bitter- of amandelkoekjes)
70 ml cointreau
450 g pure chocolade (met een zo hoog mogelijk percentage cacao)
115 g roomboter
2 eidooiers
5 dl slagroom
poedersuiker voor de versiering

Verkruimel de koekjes en week ze in de cointreau. Smelt de chocolade met de boter au bain-marie. Klop van het vuur af geleidelijk de eierdooiers erdoor. Laat het mengsel afkoelen.
Klop de room stijf en schep voorzichtig door het chocolademengsel. In een licht ingevet bakblik (diameter 20 cm) om en om lagen maken van de koekjes en de chocola. Laat dit een paar uur koelen tot het stevig is. Leg voor de decoratie een sjabloon op de taart (laat de kinderen er één knippen) en bestrooi met poedersuiker.

Muffins met vijgen


Het is vijgentijd, en dat is fijn. Want smulden we vorige week al van gedroogde vijgen, er gaat natuurlijk niks boven verse. Helaas ben ik allergisch voor de rauwe vrucht, dus het heerlijke Italiaanse voorgerecht - vijgen met parmaham - sla ik over. Maar als ik de vijgen even verwarm, is er niks aan de hand.
In de loop van de week geef ik het recept voor een toetje. Nu eerst muffins met vijgen, ook al ter ere van mijn verjaardag. Verse vijgen zijn heel kwetsbaar en gaan snel rotten. Voordeel van dit recept is dat je de slechte stukken eraf kunt snijden. Volgens mij heb ik het ooit eens uit de (toen nog) Tip Culinair gehaald.

Voor 12 muffins:
100 g zachte boter
250 g zelfrijzend bakmeel
1 el kaneelpoeder
150 g kristalsuiker
2 eieren
1,5 dl yoghurt of karnemelk
6 rijpe, verse vijgen, in stukken

Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed muffinvormpjes met bakpapier of kant-en-klare muffinpapiertjes. Meng in een kom het bakmeel met de kaneel. Klop in een andere kom de boter smeuïg met de suiker. Voeg de eieren één voor één toe en blijf nog even mixen. Doe dan de yoghurt of karnemelk erbij en het meelmengsel.
Schep een lepel beslag in de vormpjes. Leg daar stukjes vijg bovenop. Nog wat beslag erop. Laat in ongeveer 30 minuten gaar en lichtbruin worden in de oven.

Tapenadevlinders


Borrelhapjes deel 1. Deze smelten in je mond: bladerdeegvlinders besmeerd met tapenade van zwarte olijven en geraspte Parmezaanse kaas.
Da's nog zo'n voordeel van jarig zijn. Je hebt een heel goed excuus om lekker uitgebreid te borrelen, in de heerlijke septemberzon!

Voor ongeveer 30 stuks:
Verwarm de oven voor op 200 graden. Laat 8 plakjes bladerdeeg ontdooien. Leg er vier op elkaar en rol met een deegroller uit tot een rechthoekig deeg. Doe dat ook met de andere vier. Besmeer de deeglappen met tapenade (zie hieronder) en bestrooi naar smaak met geraspte Parmezaanse kaas. Rol de deeglappen vanaf beide kanten op, totdat de rollen samenkomen in het midden. Snijd de rol in plakjes (die hebben de vorm van een vlinder) en leg plat, ongeveer een kwartier, in de oven.

Tapenade
Tapenade maken is heel simpel. Dat is een kwestie van allemaal lekkers door elkaar mengen in de keukenmachine. Gebruik de pulse-knop, en meng maar heel kort, zodat de pasta een beetje grof blijft. Wie het echt op zijn gemak wil doen, stampt de tapenade in een vijzel.
Hieronder een snelle en een luxe versie:

Snel:
1 blikje ansjovisfilets met olie
handvol zwarte (Taggiasche) olijven
2 el kappertjes
2 teentjes knoflook

Luxe:
500 g olijven
4 teentjes knoflook
8 ansjovisfilets
4 el kappertjes
1 tl grof gemalen zwarte peper
4 el olijfolie
1 tl verse oregano
2 el cognac
zeezout en extra zwarte peper naar smaak

Portugese sardientjespasta


Borrelhapjes deel 2: sardientjespasta. Een Portugees recept, net zo’n hit als de tomatenboter. En heel snel klaar.

Prak 1 blikje sardinefilets (inclusief de olie), 1 flinke eetlepel tomatenpuree, 1 flinke theelepel harissa (Marokkaanse kruidenpasta), 1 fijngesnipperd sjalotje en 1 flinke eetlepel bieslook met een vork door elkaar. Hou het mengsel een beetje grof. Lekker op stokbroodjes of olijfoliecrackers.

Hemelse tomatenboter


Borrelhapjes deel 3: smeuïge tomatenboter - waarmee je altijd, bij wie dan ook, scoort. Iedereen die dit bij mij eet, vraagt om het recept. Komt gewoon uit de Elle Eten. Met dank aan Nelleke, die ons dit als eerste voorschotelde bij een gezellig eetclubje.

Fruit 2 fijngehakte sjalotjes goudgeel in 2 el olijfolie, voeg een fijngehakt teentje knoflook toe en fruit 1 minuut mee. Roer 2-4 tl rode tabasco (let op, het wordt snel pittig!), 2 el tomatenpuree en 2 fijngehakte zongedroogde tomaatjes door het mengsel. Draai het vuur uit en laat afkoelen. Roer samen met 2 el fijngeknipt bieslook door 100 g zachte boter. Héérlijk op crostini of olijfoliecrackers. Zeker genoeg voor vier personen.

vrijdag 25 september 2009

Wraps op de barbecue


De barbecue aansteken kan eigenlijk het hele jaar door. Wij doen dat voor de heerlijkste pizza's, maar dit is ook een goed idee: wraps gevuld met geitenkaas, honing, rode ui en courgette. Ik kreeg de tip van Mieke, een vriendin van Mira. Een pakketje maken, wat peper, zout en tijm erover strooien, dichtmaken met een satéprikker en op de barbecue tot de geitenkaas gesmolten is en de wrap lekker knapperig is. 'Een heerlijk, simpel, vakantiebarbecuegerechtje', vindt zij. Wij vonden het ook prima smaken op deze al best frisse vrijdagavond. Nog wat hartige wraps erbij, met spek en kaas, en wij waren voldaan.

donderdag 24 september 2009

(Bio)logisch: Indiase groentecurry


In mijn Odin-groente/fruitpakket deze week: bloemkool, sperziebonen, ijsbergsla, komatsuna (ook wel Japanse mosterdspinazie), citroen, peer en meloen. De citroen en meloen komen uit Sicilië, dus dat is niet bepaald Close Cooking. Maar de rest is van biologisch-dynamische telers uit eigen land. Verantwoord en lekker. Want echt, biologische groenten smaken écht beter.
In de winter valt het niet altijd mee om iets lekkers te verzinnen en alle groente op te maken. Er zit vaak kool in het pakket, daar zijn zeker de kinderen niet dol op. Maar deze week is het makkelijk. Een paar tomaten en aardappels had ik nog. Dus vanavond aten wij, om te beginnen, Indiase groentecurry met rijst. Vegetarisch en supersnel klaar.

Voor één gezin:
6 tomaten, in vieren gesneden
300 g sperziebonen, in stukjes
halve bloemkool, in roosjes
2 bosjes komatsuna-bladeren, in reepjes
2 aardappels, in blokjes
scheut olie
2 flinke el milde currypasta (Patak’s)
5 dl volle, biologische yoghurt


Verhit de olie in een wok en roerbak eerst de bloemkool, sperziebonen en aardappel. Voeg de currypasta toe en roer even door. Doe dan de komatsuna erbij en laat slinken. Tot slot nog de tomaten en yoghurt toevoegen. Laat tien minuten pruttelen. Bestrooi met geroosterde amandelen. Serveer direct met basmatirijst en/of naanbrood.
Andere groenten passen hier natuurlijk ook in. Spinazie of broccoli bijvoorbeeld. En een niet-vegetarische versie maak je met kip.

woensdag 23 september 2009

Snoep-eten: kalkoen met vijgen


Een klassieker binnen ons gezin: kalkoen met gewelde vijgen en munt. Echt superlekker, vinden we allemaal. Feel good-eten. Snoep-eten eigenlijk. Geen idee meer wanneer ik dit voor het eerst maakte, jaren geleden in ieder geval. Ik zie me nog staan in de keuken, toen Luc net geboren was en de collega’s van Mark precies rond etenstijd binnenvielen en erg lang bleven hangen. Dit gerecht gaf heel veel kracht!
Zorg voor voldoende vijgen, want wij vechten erom. En kies een beetje goede uit. Ze moeten niet te droog en hard zijn. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar voor dit gerecht kies ik de Excellent-vijgen van Albert Heijn …

Voor één gezin:
500 g kalkoenfilet (kip kan ook, maar wij vinden kalkoen lekkerder)
2 zakjes gedroogde vijgen
0,4 dl zoete, witte wijn
sap van 1 grote of 2 kleine citroenen
2 flinke scheppen Engelse marmelade (Chivers)
2 el verse (eventueel gedroogde) munt
peper en zout

Zet de vijgen op met de wijn. Breng aan de kook en laat een uurtje heel zacht pruttelen. Als je tijd hebt, doe je dit een (halve) dag van te voren, zodat je de vijgen nog een tijdje kunt laten staan. Snijd de kalkoen in reepjes, bestrooi met flink peper en zout en bak rondom bruin in een beetje boter met wat olie erbij. Door de olie wordt de boter heter. De boter is nodig om de boel straks lekker te laten karamelliseren.
Voeg de marmelade en een deel van de munt toe, roer even door, en doe dan het citroensap en de vijgen met het restje wijn erbij. Laat een half uurtje pruttelen. Zet het vuur op het laatst nog wat hoger als het gerecht nog te nat is en het nog iets meer moet indikken.
Bestrooi met de rest van de munt. Serveren met (zilvervlies)pandanrijst. Zelf heb ik nog geen lekkere salade of groente gevonden die erbij past, dus dat laten wij een keertje zitten.

dinsdag 22 september 2009

Kinderfeest: echte Brusselse wafels


Verse wafels met aardbeien en slagroom: volgens mij kreeg ik dat voorgeschoteld toen ik voor het eerst bij mijn schoonouders thuis kwam. Een goede binnenkomer! Iedere volgende keer hoopten we dat Dimph ze weer zou maken. Onderstaand recept komt van haar warme bakker in Terneuzen. Zo dicht bij België weten ze natuurlijk precies hoe echte Brusselse wafels moeten smaken.
Inmiddels heb ik er zelf al een paar keer mee gescoord op de partijtjes van mijn kinderen.


Voor 40 stuks:
1 kg bloem
50 g verse gist
400 g boter
1 l melk
1l water
8 eieren
1 pakje vanillesuiker
8 g zout (ongeveer 2 tl)

Smelt de boter. Verwarm een gedeelte van de melk (een kop) lauwwarm en los hierin de gist op. Zeef de bloem in een grote pan, of zelfs een (uiteraard schone) emmer. Voeg de melk en het water onder voortdurend roeren aan de bloem toe, zodat een glad beslag ontstaat. Doe dan de gistoplossing, de gesmolten boter, het zout en de vanillesuiker erbij. Klop de eieren één voor één los in een schaaltje en voeg toe aan het beslag. Laat dit afgedekt op een warme plaats ongeveer 1 uur rijzen.


Wafelijzer verhitten (liefst twee, dan schiet het een beetje op, anders worden de kinderen ongeduldig). Bakken en meteen opeten! Als je ze lang laat liggen, worden ze slap. Serveren met vers fruit (aardbeien!), slagroom en/of andere zoetigheden.

zondag 20 september 2009

Roast Chicken


Een typisch Engels zondagmiddagfamiliegerecht kwam bij ons zondag ook op tafel. Maar dan met de Mediterrane touch van Tessa Kiros. Zo simpel dat ik het recept er al lang niet meer bij hoef te pakken. Maar lekker!

Voor 4-5 personen:
1 scharrelkip
1,5 kilo nieuwe aardappels, in stukken
sap van 2 citroenen
10 takjes tijm
6 teentjes knoflook (gepeld, volgens het recept, maar ik vind ongepeld lekkerder)
60 g boter
250 ml water
2 dl (slag- of kook)room

Verwarm de oven voor op 200 graden. Leg de kip in een braadslee. Bestrooi de binnenkant met zout, leg er een paar takjes tijm en een teentje knoflook in (die moet je wel even pellen). Leg de aardappelstukken rond de kip. Smeer de kip in met een beetje boter en verdeel de rest van de boter over de aardappelen. Leg teentjes knoflook en takjes tijm tussen de aardappelen. Giet het citroensap over de kip en de aardappelen. En giet dan 250 ml water langs de randen van de braadslee.
Zet een uur in de oven. Haal de braadslee er dan even uit, hussel de aardappelen, giet braadvocht over de kip en bestrooi met zout. Zet hem dan nog ruim een half uur in de oven, tot de kip een mooi korstje heeft en de aardappelen geroosterd zijn.
Leg de kip en aardappels op een schaal. Giet het braadvocht in een steelpan. Laat even inkoken en voeg de room toe. Serveer de kip met het roomsausje.
Héérlijk met tomaten-sperziebonensalade en mammanaise.

Kleur en vitaminen


Een salade die ik al jaren maak: verse, knapperige sperziebonen met stukjes rijpe tomaat. Vroeger strooide ik er geroosterde zonnebloempitten over, maar dat lusten de kinderen niet. Gewoon zo puur, met een dot zelfgemaakte mayonaise, is ook eigenlijk wel zo lekker. Kook de boontjes niet te gaar. En verwijder de pitjes uit de tomaten, anders wordt het zo waterig. Gaat perfect samen met geroosterd vlees.

Mammanaise


Uit 'Keukenprins' van Ronald Giphart komt onderstaand recept voor zelfgemaakte mayonaise. Klaar in een handomdraai. Probeer het, en jij en je kinderen willen nooit meer anders.

1 eidooier
1 tl mosterd
1 el citroensap (evt. azijn)
1,5 dl schone, verse olie (olijfolie als je een wat sterkere smaakt wilt, ik gebruik in dit geval liever iets neutralere zonnebloemolie)
zout en peper

Klop met een garde of handmixer de eidooier, mosterd en citroensap tot een gladde, lichtgele, romige massa. Voeg vervolgens steeds een beetje olie toe terwijl je blijft kloppen. Na een tijdje mag de oliestraal voller en sneller, als alle olie maar goed wordt opgenomen. Stop als de saus dik en romig is. Breng op smaak met zout en peper en eventueel nog mosterd en citroensap.

Viva Espagna! Spaanse vis


Nog een laatste staartje zomer dit weekeinde, maar straks is het plotsklaps herfst. Mijn zus Mira heeft het beter bekeken: die zeilt een jaar lang met haar gezin over de wereldzeeën. In Spanje, waar ze de afgelopen weken waren, en Porto, waar ze nu zijn aangemeerd, is het nog volop zomer. Ze zeilen, zwemmen, BBQ-en … en eten vis – ook de kinderen. Met drie recepten, voor garnalen, makreel en inktvis, mogen wij - op afstand - meegenieten. Wie nu al last heeft van de herfstblues, moet misschien niet verder lezen… Of juist wel.

Garnalen
‘Koop verse grote garnalen in de schil. Op de markt in Spanje’, mailt zuslief. Pfff, dat kan bij onze visboer ook hoor! ‘Bakken in olijfolie met knoflook en zeezout. Daarna heerlijk pellen en oppeuzelen met Spaans brood (dat lijkt op ciabata). Perfect lunchhapje. Glaasje witte wijn erbij en je zegeningen tellen!’


Makreel
Nog een heerlijk recept: gebakken makreel. ‘Die we hier zelf vers vangen’, luidt het commentaar. In Nederland niet zo’n populaire vis, maar gezond en lekker, benadrukt Mira. In de pan bakken, adviseert ze, of roosteren op de barbecue. Lekker met onderstaand sausje. Serveren met witte rijst, warme tomatensalsa en geroosterde groenten uit de oven.

Koud sausje voor bij de makreel:
3 el olijfolie
1 el balsamicoazijn
2 tl sojasaus
2 tl gember (geschild en geraspt)
1 sjalotje, heel fijn gesneden
1 teen knoflook, geperst.
Dat allemaal mengen en op smaak brengen met zout en peper. Verdelen over de gebakken of geroosterde makreel.

Pulpo op Galicische wijze
Voor wie eens wat anders wil: octopus, oftewel inktvis. Dit aten Mira, Toine en de meiden in een Spaans vissersdorpje, het recept vonden ze later op internet. Naar mijn weten hebben ze zelf nog geen octopus gevangen …

octopus (2 kg)
1 ui
olijfolie
grof zeezout
paprika poeder


Nu komt het. Je moet beginnen met het malser maken van de octopus. Slaan, met een honkbalknuppel bijvoorbeeld. Of het vlees twee dagen lang invriezen. Het vocht in het vlees bevriest en zet uit, waardoor de vezels breken. Na het ontdooien zal het malser zijn.
Breng wat water, met daarin een gepelde ui en een snufje zout aan de kook. In een pan die zo groot is dat de octopus erin past. Je moet hem eerst laten ‘schrikken’: kort in het water dopen en er weer uit halen. Als het water weer aan de kook is, doop je hem er weer in. Herhaal dit drie keer, en laat hem dan zo’n 90 minuten koken, totdat het vlees mals is. Haal de octopus uit de pan en gebruik een keukenschaar om hem in reepjes (2×2 cm) te snijden. Leg de reepjes op een schaal. Giet er een ruime hoeveelheid olijfolie overheen en bestrooi met flink wat paprikapoeder en nog een snufje zeezout.

donderdag 17 september 2009

Zuidoost-Azië 1: gebakken kip met paprika en pinda’s


Ik ga een paar keer op de oosterse toer. Dat lijkt een ‘no go area’ voor (kleine) kinderen, maar dat is onzin. Maak gerechten gewoon niet te scherp. De subtiele, zoete smaken kunnen ze vaak wel waarderen. Met een paar basisingrediënten - gember, citroengras, vissaus, pepertjes, limoen, sojasaus en knoflook zijn bij ons favoriet - tover je snel een smakelijke, gezonde maaltijd op tafel.
Vandaag een uitstapje naar Cambodja. Dit gerecht komt uit het kookboek ‘Zuidoost-Azië’ van Vatcharin Bhumichitr. Ik heb het een beetje naar onze smaak aangepast, met extra pinda’s en paprika. En gember- in plaats van laoswortel, omdat dat nou eenmaal makkelijker te krijgen is.

Voor één gezin, met grote en kleine eters:
4 el olie (reukloze arachide- of zonnebloemolie)
350 g biologische kipfilet
2 el currypasta (zie onder)
3 el vissaus
1 tl suiker
flinke hand gezouten pinda’s
1 rode en 1 gele paprika, in dunne repen

De currypasta:
4 cm gemberwortel, geschild en fijngehakt
1 el citroengras, fijngehakt
1 rood pepertje, fijngesneden, zonder pitjes
1 tl zout

Maak eerst de currypasta: stamp in een vijzel alle ingrediënten tot een pasta en zet apart. Fijnmalen in de keukenmachine of met een staafmixer kan ook.
Verhit de olie in een wok op hoog vuur. Roerbak de kip en voeg de currypasta toe. Schep even om en doe dan één voor één de andere ingrediënten erbij. Steeds even omscheppen. Bak de paprika maar heel even mee en serveer meteen.
Lekker met pandanrijst (op tijd opzetten, want dit gerecht is zo klaar!) en stukjes komkommer.

Zuidoost-Azië 2: gebakken mie uit Da Nang


Nogmaals op de oosterse toer, en ook dit vindt het hele gezin lekker. Bami zoals hij ook echt smaakte in Vietnam, toen nog zonder kinderen …

Voor één gezin:
4 el (arachide- of zonnebloem)olie
4 sjalotjes, in ringen
350 g droge eiernoedels
1 of 2 malse biefstukken, in dunne plakjes
100 g kastanjechampignons
100 g shiitake
paar stengels bleekselderij, in stukjes gesneden
8 kleine, rijpe tomaten, in vieren gesneden
1 el vissaus
1 el sojasaus
1 el suiker
peper
handvol korianderblaadjes

Kook eerst de noedels en houd warm. Snijd intussen alle andere ingrediënten. Fruit de sjalotjes in een deel van de olie zacht en smeuïg. Haal ze uit de wok en bewaar op een bord. Verhit opnieuw wat olie. Bak snel en op hoog vuur achtereenvolgens de biefstuk, champignons, bleekselderij en tomaten. Hussel steeds om. Zorg dat de biefstuk niet taai wordt. Roer vissaus, sojasaus, de sjalotjes, suiker en peper erdoor. Serveer direct met de noedels, garneer met koriander.

Heimweekeuken: omi’s soep

Een recept met een mooi verhaal erachter van oud-collega Sigrid. Ieder weekeinde kookt ze soep, meestal de bouillonsoep die haar moeder altijd maakte. Bij haar thuis zijn ze allemaal grote liefhebbers van deze soep, dus dat alleen al is reden om dit gezinsritueel tot in lengte van jaren voort te zetten, vindt ze. Het ritueel verbindt het gezin én trekt de lijn van de familiegeschiedenis door. ‘Hopelijk zorgt de soep bij onze kinderen voor net zulke warme jeugdherinneringen als hij voor mij heeft gedaan’, schrijft Sigrid op haar eigen weblog.

En zo is het met deze soep: ook ik denk terug aan mijn jeugd als ik het eerste hapje bouillon proef. Mijn moeder maakte hem meestal zonder vermicelli en soepgroente. Gelijk met het vlees pruttelden er uien, wortel en bladselderij mee. Wij namen de soep mee op vakantie. Thermoskan in de auto, onderweg stoppen en dan een heerlijk bekertje warme soep. Een echte opkikker. Ik weet dat mijn zus Mira de gewoonte heeft overgenomen bij nachtelijke autoritten naar de wintersport. Dat moesten wij ook maar weer eens doen!

Ingrediënten:
150 gram runderpoulet
1,5 liter water
3 runderbouillonblokjes
2 handjes vermicelli
1 pakket soepgroente

Bereiding:
Zet het vlees op in koud water en breng het aan de kook. Als het begint te koken met de schuimspaan het bruine schuim eraf scheppen. Zorg vooral dat je de eerste minuten in de directe nabijheid van de pan blijft, want voor je het weet stulpt het schuim over de rand van de pan.
De bouillonblokjes toevoegen en 2 uur op een laag pitje laten koken. Vermicelli en soepgroente toevoegen en nog 10 minuten laten doorkoken. Eventueel nog gehaktballetjes toevoegen (dat deed ik, maar is eigenlijk niet nodig).

dinsdag 15 september 2009

Courgette meets geitenkaas

Oud-collega Marcel, trotse bezitter van een gigantische groentetuin, was blij met mijn recept voor supertomaten. 'Ik heb ook behoorlijk wat courgettes, weet je niet iets lekkers?', vroeg hij. Ja, toevallig wel, twee recepten zelfs. En twee keer samen met (harde, Hollandse) geitenkaas: een gouden combinatie.

Geroosterde courgetterolletjes


Als antipasti-gerecht in een zomers, Italiaans menu, als borrelhapje of bij een buffet. Super!

2 gele en 2 groene courgettes
300 g harde Hollandse geitenkaas, in blokjes, eventueel op olie
1 (onbespoten) citroen
1 bosje gladbladige peterselie, fijngesneden
1 bosje basilicumblaadjes, in stukken gescheurd
4 el olijfolie
zout en peper

Snijd de courgettes in de lengte in dunne plakken. Dit gaat prima met een kaasschaaf. Het middelste gedeelte van de courgette, waar de pitjes zitten, is minder stevig, dus daar gaat het schaven lastiger. Bewaar mislukte plakken voor de soep die straks komt. Rooster de courgetteplakken in een gloeiendhete grillpan. Ze zijn snel bruin, zorg dat ze heel blijven. Bewaar de plakken op een bord.
Rasp de citroen, pers uit en bewaar het sap. Meng de geraspte citroenschil in een kom door de blokjes kaas, kruiden en olijfolie (als je reepjes snijdt van de kaas, dan rolt dat straks makkelijker). Leg op iedere courgetteplak een blokje kaas met wat van de olie en kruiden. Rol op en zet vast met een prikker. Kinderen vinden het leuk om te helpen! Leg ze op een grote schaal en besprenkel met citroensap, olijfolie en eventueel nog wat kruiden. Zet afgedekt minstens een halfuurtje in de koelkast. Maak je het langer vantevoren klaar, besprenkel dan voor het opdienen nog een keer met citroensap en olijfolie.

Courgettesoep


Een stuk minder bewerkelijk is deze courgettesoep, die je extra lekker maakt met geraspte geitenkaas en geroosterde amandelschilfers.

Voor een pan soep:
4 courgettes, ik had 3 groene en nog 1 gele
2 teentjes knoflook
olijfolie
2 of 3 blokjes groentebouillon
evt. crème fraîche
geraspte harde geitenkaas
handje geroosterde amandelschilfers

Snijd de courgette in plakken. Snijd de knoflook in kleine stukjes. Bak aan in de olijfolie tot de courgette verkleurt en het al heel lekker gaat ruiken. Vul aan met water: veel water als je van dunne soep houdt en wat minder water als de soep lekker dik mag zijn. Breng aan de kook en laat zachtjes 10 minuten pruttelen.
Pureer het mengsel met een staafmixer. Breng op smaak met bouillonblokjes. Als je dat lekker vindt, roer je er nog een flinke schep crème fraîche door.
Rasp de geitenkaas. Rooster de amandelen. Dien goed heet op. Geef de garnering er in aparte bakjes bij.
Lekker met stokbrood, ciabatta of kruidige broodstengels

Waar koekkruimels zoal goed voor zijn



Gisteren had ik ineens zin in een lekkere (dessert)taart. Dus bedacht ik deze variatie op een al bekende kwarktaart.

60 g roomboter
200 g koekkruimels - ik gebruikte brokjes stroopwafel (zie onder) maar biscuitjes of speculaasjes kan ook
600 g vanillekwark
2 dl slagroom
flinke schep suiker
1 citroen, geraspt
beetje zout
2 eieren
flinke schep honing
2 bakjes bramen (nog steeds uit eigen tuin!)

Verwarm de oven voor op 150 graden. Smelt de boter, voeg het koekkruim toe en roer goed om. Schep het mengsel in een ingevette bakvorm en druk goed aan.
Klop kwark en slagroom tot een smeuïg mengsel. Voeg suiker, citroenrasp en een snufje zout toe en klop goed door. Roer er dan de eieren en de honing door.
Giet het mengsel op de koekbodem en zet ongeveer 40 minuten in de oven. Laten afkoelen en voor het serveren zeker een uur in de koelkast zetten. Garneer met bramen.

Die koekkruimels hebben wij tegenwoordig vaak in huis. Tegenover de turnhal van Luc (in Waddinxveen) zit een ambachtelijke stroopwafelbakkerij, Markus. Als we aan komen rijden, zweeft de heerlijk zoete bakgeur onze auto binnen en die kunnen we niet altijd weerstaan. Binnen zit een vriendelijke dame aan het eind van een lopende band. Ze pakt tientallen versgebakken wafels in zakjes. 'Voor 60 cent koekkruimels graag.' De vrouw loopt dan naar achteren en komt terug met een enorme plastic zak vol met nog warme stukjes wafel. De restjes. Maar oh zo lekker.
Halverwege de terugreis zijn we altijd al misselijk. De rest gaat thuis snel op. Zo uit het handje. Of in een taart dus. Heb je nog een koelkast vol appels, dan is dit misschien een idee: wederom een bodem van fijngestampte kruimels met boter, dan een flinke laag appels, afgetopt met nog meer wafelkruimels. Een uurtje in de oven. Heerlijke appeltaart!

zondag 13 september 2009

Originele Italiaanse lasagne



Oud-collega Marcel plukte onderstaand recept ooit van internet, maar weet vrij zeker dat het een originele Italiaanse lasagne is. Zo smaakt-ie in ieder geval wel! Hij maakt ‘m zo al jaren, en dat gaan wij denk ik ook doen.

Bolognese-saus:
1 ui
3 teentjes knoflook
300 g (biologisch) rundergehakt
Italiaanse kruiden (basilicum, oregano, peterselie, tijm, rozemarijn – liefst vers, uit je eigen kruidentuintje)
sambal
3 blikjes tomatenpuree
1 blik gepelde tomaten
1 pakje gezeefde tomaten
1 pak lasagnevellen
olijfolie
2 bollen mozzarella
geraspte kaas
suiker, peper, zout

Bechamelsaus:
50 g boter
50 g bloem
500 ml melk

Verwarm de oven voor op 180 graden.
Snipper de ui en de knoflook en fruit in wat olijfolie. In andere pan de tomatenpuree op hoog vuur verwarmen tot deze niet meer zurig ruikt. Blijven roeren om aanbranden te voorkomen. Voeg ui-knoflookmengsel toe. Verhit in de eerste pan opnieuw olijfolie en bak het gehakt rul met de kruiden, peper en zout. Voeg toe aan het tomatenpureemengsel en doen dan ook de gezeefde en gepelde tomaten erbij. Breng op smaak met sambal, suiker en eventueel nog wat kruiden. Laat een halfuur sudderen met het deksel op de pan.
Maak de bechamelsaus: smelt de boter, roer de bloem erdoor en verwarm goed door en voeg dan – terwijl je goed roert met een garde – de melk toe. Blijven roeren tot je een dikke saus hebt. Op smaak brengen met peper en zout (ik had nog wat fetablokjes over, die deed ik er ook door).
Vul een ingevette ovenschaal om en om met lasagne, bolognese- en bechamelsaus en plakjes mozzarella. Dek af met flink wat geraspte kaas en zet hem 45 minuten in de oven. Bon apetito!

Aardappels uit de oven


Simpel, maar oh zo lekker: geroosterde aardappels met knoflook en rozemarijn uit de oven. Wij aten dit gisteren, met gegrilde zalm en een frisse salade. Eindelijk weer eens rustig met zijn vijven aan tafel. Geen poespas, gewoon puur genieten. Een kadootje op zomaar een zaterdagavond!

2 kilo nieuwe aardappels, Opperdoezer Ronde bijvoorbeeld
een handvol verse rozemarijn
stuk of 10 teentjes knoflook, in de schil
olijfolie
peper en zout

Was en schrap de aardappels. Snijd ze in de lengte in partjes. Spreid uit over een bakplaat, bekleed met bakpapier. Schenk er olijfolie over. Bestrooi met peper, zout en fijngesneden rozemarijnnaaldjes. Leg de ongepelde teentjes knoflook ertussen. Zet een uur in de oven op 200 graden. De aardappels zijn nu lekker knapperig. Pel de knoflook, die heerlijk zacht is geworden en smeer uit over de aardappels. En geniet!

donderdag 10 september 2009

Nagenieten van de zomer

Nog even nazomeren met twee heerlijke couscoussalades: de ene kruidig en zoet, de andere fris en zonnig.

Kruidig
Het eerste recept kreeg ik van vriendin Karin, die hier al jaren succes mee heeft bij picknicks of barbecues. ‘ Zo klaar en makkelijk mee te nemen.’ Ik maakte hem vandaag en ook de kinderen waren enthousiast, vooral door de abrikozen en feta, waar ze gek op zijn.


250 g gewelde abrikozen
2 (liefst onbespoten) sinaasappels
2 tl kaneelpoeder
400 g couscous (ik deed 200 g gekruide, Marokkaanse couscous en 200 g gewone)
5 el olijfolie
1 zakje geschaafde amandelen (75 g)
3 bosuitjes, in dunne ringen
1 zakje verse koriander (15 g), fijngesneden
200 g Griekse feta, verkruimeld

Knip of snijd de abrikozen in kleine stukjes. Boen 1 sinaasappel schoon en rasp de oranje schil eraf. Pers de sinaasappels uit. Schep in een wijde schaal de abrikoosstukjes om met de sinaasappelrasp, de kaneel, de couscous en 1 theelepel zout. Voeg al roerend het sinaasappelsap, ongeveer 500 ml kokend water en de olijfolie toe. Laat de couscous 10 minuten staan. Rooster de amandelen in een droge koekenpan goudbruin en laat ze afkoelen. Roer de couscous rul met een vork en schep er de bosui, driekwart van de koriander, feta en amandelen door. Breng de couscoussalade op smaak met zout en peper. Strooi de rest van de feta, amandelen en koriander erover.

Zonnig
De andere salade is gebaseerd op een recept van Tessa Kiros, ik heb zelf nog de geroosterde paprikareepjes en het citroenrasp toegevoegd. Lekker bij een buffet, bij geroosterde lamspiesjes, als vegetarische maaltijdsalade of lichte lunch. Hij is heerlijk fris, die supertomaten zitten er weer in, en het hele gezin geniet ervan. Bij mij eten ze er graag kruidige broodstengels bij.


350 g couscous
200 g geroosterde tomaten, met de olie
(eventueel: 200 g geroosterde paprikareepjes)
1 komkommer in stukjes
4 bosuitjes, fijngesneden
25 g gehakte muntblaadjes
rasp van 1 citroen
3 el citroensap
flinke scheut olijfolie
150 g zachte geitenkaas

Doe de couscous in een grote kom en voeg royaal peper en zout toe. Giet er een scheut olie van de geroosterde tomaten over en een halve liter kokend water. Roer door elkaar en laat afkoelen.
Rasp de citroen en pers hem uit. Doe komkommer, lente-ui, munt, citroenrasp en citroensap bij de couscous. Daarna ook de tomaten (met zoveel mogelijk olie) en geroosterde paprikareepjes. Vul naar smaak aan met extra olijfolie of citroensap. Schep op het laatst nog de geitenkaas erdoor.

(Kruidige) broodstengels


Een recept voor broodstengels kreeg ik ooit van oud-collega Deborah. Want ‘het ruikt zo lekker’. Ik maak ze regelmatig, met hulp van de kinderen. Vandaag nog extra gerold door olijfolie en gedroogde Italiaanse kruiden.

225 g bloem
7 g instant-bakkersgist
1 tl zout
120 ml warm water
2 el olijfolie

Verwarm de oven voor op 230 graden. Zeef de bloem en het zout in een kom. Roer hier de gist doorheen en maak een kuiltje in het midden. Voeg het water en de olie toe en vorm een stevig deeg. Kneed dit in 5 minuten glad. Smeer de deegbal in met een beetje olijfolie en laat 40 minuten rijzen onder een theedoek.
Kneed het deeg nog even door en rol het uit op een met bloem bestoven werkblad tot een rechthoek van ongeveer 5 mm dik. Snijd de rechthoek in 30 dunne repen. Rol van elke reep een stengel van 25 cm lang.
Maak, als je dat lekker lijkt, een mixje van olijfolie met Italiaanse kruiden en rol de stengels daar doorheen. Bak ze vervolgens op een bakplaat 15 minuten in de oven, tot ze goudbruin en knapperig zijn.

Romig rabarberijs

Het lekkerste toetje dat ik ken, stond ooit in de rubriek van Janneke Vreugdenhil in NRC Next. ‘Marshmellowy’ noemde zij de smaak van dit goddelijke rabarberijs, waar gek genoeg geen room of eieren aan te pas komen. Het wordt net zo’n smeltende, smeuïge substantie als de binnenkant van geroosterde marshmellows.
Kinderen vinden marshmellows vaak heerlijk, dus dit kunnen ze vast ook waarderen. En anders eet je het ijs lekker zelf op, net zoals ik afgelopen weekend weer eens deed met mijn eetclub-vriendinnen!


Voor 400 à 500 ml ijs:
500 g rabarber, in stukjes van een paar centimeter
50 ml rode port
125 g rietsuiker
50 ml honing

Verwarm de oven op 180 graden. Spreid de rabarber uit over de bodem van een ovenschaal. Besprenkel met de port en bestrooi met de suiker. Schuif de rabarber 1 uur in de oven. Laat afkoelen.
Pureer het mengsel met een staafmixer of in de keukenmachine en voeg de honing toe. Laat door en door koud worden in de koelkast. Draai er in een ijsmachine ijs van. Als je die niet hebt: een paar uur in de vriezer kan ook, maar dan moet je regelmatig even roeren. Ik weet alleen niet of het ijs dan ook zo smeuïg wordt.
Ik deed er, voor de kleur, nog wat bramencompôte bij die ik over had van de Kaiserschmarrn.

dinsdag 8 september 2009

Oh la la: Pizza!


Verjaardagskado voor Mark vorig jaar: een pizza-bak-steen voor op de barbecue. In een opwelling gekocht, ik was eigenlijk op zoek naar een schep. De eerste keer ging het helemaal mis. Pizza te vroeg belegd, waardoor hij slap werd en niet meer van de plank op de steen gleed. En, té ongeduldig: de steen was nog niet heet, de pizza plakte vast en bakte uiteindelijk aan.

Inmiddels weten we hoe het moet: pizza’s maken die nog lekkerder zijn dan de heerlijkheden die we deze zomer in Italië aten. Dunne bodem, niet te veel maar wel heel lekker beleg, loei-hete BBQ en voldoende bloem tegen het plakken. Vriend Robert zaagde voor ons een grote houten ‘schep’ waar de pizza’s makkelijk vanaf glijden.

Het deeg (genoeg voor vier gemiddelde, lekker dunne pizza’s):
15 g verse gist
3 dl handwarm water
500 g ‘Farina di frumento tenero TIPO 00’, Italiaanse bloem voor pizza en focaccia van het merk Molino Grassi (ik haal die bij de Sligro)
3 tl zout
2 tl suiker
1 el olijfolie

Los de gist op in een half glas handwarm water. Zeef driekwart van de bloem, maak een kuiltje in het midden en doe er het zout, de suiker, de olijfolie, de gist en scheutje voor scheutje het extra water in. Meng met de vingers door elkaar. Het resultaat: een plakkerig deeg.
Bestrooi het werkvlak royaal met bloem, voeg de rest van de bloem toe en kneed door het deeg. Vouw het deeg dubbel en kneed vanaf het midden naar de rand. Het kan zijn dat er meer bloem nodig is. Draai het deeg af en toe zodat het regelmatig wordt gekneed. Na zo’n vijf minuten neemt het deeg geen bloem meer op en wordt het droger, glad en stevig. Probeer het kneden nog wel een kwartier vol te houden. Dat is nodig om de gist te activeren. En een goede krachttraining!
Maak er dan een bal van, bestrooi met bloem, dek af met een vochtige theedoek en laat op een warme plek twee uur rijzen. Het deeg moet dan in volume verdubbeld zijn.

De BBQ
Steek in de tussentijd de barbecue aan. Laat goed heet worden. Leg de pizzasteen erop en laat die, met het deksel dicht, ook nog een half uur flink doorwarmen. De omstandigheden zijn nu vergelijkbaar met een echte steenoven. Als je geen BBQ-steen hebt, doe je de pizza’s natuurlijk gewoon in de oven.

De pizza’s
Verdeel het deeg in gelijke stukken en rol lekker dun uit. Leg het deeg op voldoende bloem op de pizzaschep. Dan beleggen en meteen op de barbecue. Deksel erop. Binnen vijf minuten zijn ze klaar.
Onze favoriet: beleg royaal met plakken mozzarella, peper, zout, basilicum en in de oven geroosterde tomaatjes in olijfolie. Als ze klaar zijn nog wat extra basilicum, en als je dat lekker vindt: rucola, erover strooien.

Ook heel lekker: mozzarella, grilham, olijven en rucola
Of: geroosterde, gemarineerde paprika en sardientjes.
Binnenkort meer daarover!

Drie keer bramen


Wat een verrassing toen wij dit jaar terug kwamen van vakantie: onze bramenstruik hing voor het eerst vol met zwart-paarse vruchtjes! Nu, begin september, plukken we nog steeds bijna dagelijks een bakje vol. De echt rijpe zijn lekker zoet, sommige zijn wel sappig maar ook nog een klein beetje zuur. Dus eten we ze niet allemaal uit het handje, maar maak ik er dit van:

Bramenyoghurtijs
Pureer een handje vol bramen met volle, biologische yoghurt en wat suiker. Doe ze in kinderijsvormpjes. Paar uur in de vriezer. Klaar!


Bramenlimonade
Los 100 gram rietsuiker op in een paar eetlepels water. Breng aan de kook, laat even zachtjes pruttelen. Zeef een flinke handvol bramen of doe ze in de sapcentrifuge (die heb ik dan toevallig, binnenkort gaan al mijn druiven erdoorheen). Het opgevangen sap giet je bij het suikermengsel. Nog een paar minuutjes laten pruttelen en karamelliseren. Laat de siroop koud worden in de koelkast. Schenk een bodempje in een glas en vul aan met koud bron- of leidingwater. Superverfrissend!
Hetzelfde kun je doen met citroen-, sinaasappel- of grapefruitsap. Daarover later meer!


Bramenyoghurt
De bramen die overblijven na het zeven of centrifugeren roer je door de yoghurt. Klein schepje suiker erbij en je hebt een heerlijk vers toetje.

maandag 7 september 2009

De lekkerste tomaten ooit


Tomaten behoren tot onze eerste levensbehoefte. Gezond, goedkoop en lekker – en op vele manieren te gebruiken. Tip: neem eens de moeite om ze in de oven te roosteren en nóg lekkerder te maken.

Koop 2 kilo kleine, zoete tomaten. Romaatjes, kerstomaatjes, Tasty Tom, dat maakt niet zoveel uit. Zo puur natuur hebben ze toch nog niet de smaak die je écht wilt. Op deze manier krijgen ze dat wel:

Was de tomaten, dep ze droog en snijd ze door de helft. Leg ze dicht op elkaar op bakpapier op een bakplaat, met de gesneden kant naar boven. Bestrooi met zout, peper en een beetje suiker. Zet ze 2 uur in de oven op 150 graden. Ze zijn dan nog niet helemaal gedroogd: net een beetje geroosterd, maar toch nog half sappig. Deze tomaatjes kun je meteen verwerken, in een pasta bijvoorbeeld. Maar nog lekkerder worden ze als je ze met een paar teentjes knoflook, en wat kruiden als rozemarijn of oregano, in de olijfolie bewaart. Goed afsluiten, dan kun je ze prima een weekje bewaren.
Twee kilo tomaten: dat is twee keer een bakplaat vol.

En wat doe je er dan mee? Door de pasta natuurlijk! Alleen nog wat sardientjes en Parmezaanse kaas erbij en je hebt een heerlijk maal. Of op de pizza. Of door een couscoussalade. Of op stokbroodjes. Of …

Appeltje voor de dorst


Deze fantastische zomer heeft ons behalve een overdaad aan frambozen, bramen en druiven ook zowaar wat appels uit eigen tuin opgeleverd. Écht lekker zijn ze niet. We nemen één hap en geloven het dan wel.

Wat te doen dus: drogen die boel. Herinneringen aan schoolreisjes en vakanties komen boven. Ik vond ze heerlijk, gedroogde appeltjes, en nam er bij dit soort gelegenheden altijd een paar mee. Mijn kinderen denken er net zo over, ontdekte ik.

Schil zoveel appels als je wilt, haal het klokhuis eruit en snijd in dikke schijven. Laat ze 10 minuten weken in een bak koud water met citroensap. Dep ze goed droog en leg ze naast elkaar op bakpapier op je bakplaat. Oven op 60 graden, appeltjes erin en de deur op een kier laten staan. Laat ze gerust vijf tot zes uur drogen. Eventueel kun je dat een dag later herhalen. Bewaren in een goed afsluitbare pot.

Het lijkt een hele klus, maar tussendoor kun je natuurlijk gewoon weg.
Ideaal voor het stillen van de zoete trek!

vrijdag 4 september 2009

Gekaramelliseerde kip


Deze zomer heb ik veel gekookt uit ‘Alle smaken van de regenboog’ van Tessa Kiros, het familiekookboek bij uitstek. Het ziet er ook nog eens fantastisch leuk uit, dus dochter Tess bladert er graag in. Onderstaand recept koos ze zelf uit. We likten onze vingers erbij af!
Het moet 2 tot 3 uur in de oven, dus dit is geen snelle doordeweekse hap.

biologische kippendijtjes
125 g lichtbruine basterdsuiker
4 dl vers sinaasappelsap
2 dl gezeefde tomaten
1 el sojasaus
1 el worcestersaus

Verwarm de over voor op 160 graden. Breng in een pan de suiker, sinaasappelsap, gezeefde tomaten, sojasaus en worcestersaus aan de kook en roer tot de suiker is opgelost. Laat 5 minuten pruttelen.
Leg de stukken kip dicht naast elkaar op een bakplaat, in een braadslee of ovenschaal. Giet de saus erover. Zet 2,5 tot 3 uur in de oven. Bedruip de stukken kip en draai ze af en toe om. Braad tot ze krokant en kleverig zijn en de saus dik en stroperig is. Laat net iets afkoelen tot kamertemperatuur.
Lekker met pandanrijst, broccoli en komkommer.

donderdag 3 september 2009

Mama’s tomatensoep


Zomer-eten dat bij ons het hele jaar door op tafel komt: mama’s tomatensoep. De kinderen, op zich niet dol op soep, smullen hiervan. Maar dan ook echt alleen van deze versie.

Breng rijpe, zoete tomaten (in vieren gesneden, een pan vol) en eventueel wat sjalotjes met water aan de kook. Laat een half uurtje pruttelen. Druk de tomaten met vocht door een zeef of vergiet en vang alles op in een andere pan. De velletjes blijven achter, het vruchtvlees gaat mee. Doe over een enkel pitje niet moeilijk. Breng opnieuw aan de kook en breng op smaak met groentebouillonpoeder (erg lekker: vegetarische, uit de natuurvoedingswinkel).

In principe is de soep nu klaar. Maar je maakt hem natuurlijk extra lekker met gekruide rundergehaktballetjes die je even meekookt, een schepje crème fraîche, versgeplukte basilicum, bieslook of stukjes geroosterde paprika.

Serveren met broodstengels, geroosterde boterhammen of crostini’s.

Nostalgie uit mijn eigen jeugd: Kaiserschmarrn!


Al bladerend door een oud kookschriftje, stuitte ik op iets wat ik járen geleden voor het laatst at. Kaiserschmarrn: het hoogtepunt van de wandelvakanties in Oostenrijk met mijn vader, moeder en zus. Mira at vooral wienerschnitzels, ik deze heerlijke ‘pannenkoekstukjes’.

Voor 4 tot 6 personen:
2 el rozijnen
4 el donkere rum
4 eidooiers
3 el suiker
zakje vanillesuiker
snufje zout
2 koppen melk
1 kop gezeefde bloem
5 eiwitten
boter
poedersuiker
compote naar keuze

Week de rozijnen een half uur in de rum, laat uitlekken en dep ze droog. Klop de eidooiers, (vanille)suiker en zout tot een dikke, lichtgele massa. Roer de melk erdoor en daarna lepel voor lepel de bloem. Blijf roeren tot het een mooi, glad beslag is. Doe dan de rozijnen erbij. Sla in een andere kom de eiwitten stijf en schep door het beslag. Bak dikke pannenkoeken, haal ze uit de pan en snijd ze in kleine stukken. Verwarm op het laatst alle stukjes nog eens in een beetje boter. Poedersuiker erover strooien en klaar.
Heel lekker erbij: vruchtencompote, bijvoorbeeld van bramen uit eigen tuin!


Wij vonden het allemaal heerlijk. Van de kinderen hadden de rozijnen alleen niet naar rum hoeven smaken.