maandag 31 januari 2011

Warm chocoladetaartje


Er heeft veel te lang geen nieuw recept opgestaan, ik weet het. Maar ik maak het goed met dit goddelijke chocoladetaartje. Al stevig aan de buitenkant, maar nog vloeibaar van binnen. De perfecte afsluiter van welke gezellige familie- of vriendenmaaltijd ook. De kleine pannetjes waren trouwens een verjaardagskado van mijn zus. Daar volgen nog meer recepten mee.

Voor 4 personen:
Verwarm de oven voor op 225 graden Celcius. Smelt 200 gram pure chocolade en 200 gram roomboter au bain marie. Klop ondertussen 4 eieren met 100 gram suiker luchtig. Voeg al kloppend het chocolade-botermengsel toe. Zeef er dan nog 4 eetlepels bloem boven en spatel er luchtig doorheen.
Verdeel het beslag over vier ingevette bakjes. Bak ze 10-12 minuten in de hete oven. Let op de tijd want de taartjes zijn zo gaar. Ze zijn het allerlekkerst als de chocola eruit komt stromen zodra je je lepel erin zet.
Serveer direct.

Babi ketjap van schouderkarbonade


Een recept van onze vrienden, en kook- en eetliefhebbers, Arthur en Lian. Je kunt hier zo veel van maken als je wilt. Onderstaand recept is ongeveer voor 4 personen, maar je kunt gerust verdubbelen. Vorig jaar op wintersport had Arthur een flinke pan bij zich en hebben we er twee dagen van gegeten.

750-1000 gram schouderkarbonade in grove stukken gehakt (dus met bot)
4 à 5 eetlepels olie
3 grote uien, gesnipperd
3 teentjes knoflook
peper en zout
3 theelepels gemberpoeder
4 eetlepels ketjap
2 eetlepels azijn
mespunt sambal
2 eetlepels fijngehakte gember

Vlees inwrijven met gemberpoeder en peper. Een uur in laten trekken. Vlees aanbraden in olie en uit de pan scheppen. Daarna uien en knoflook fruiten. Sambal toevoegen. Wat water, de ketjap, azijn en gember toevoegen. Vlees er weer bij en 2 uur zachtjes stoven. Dat kan op een zacht vuurtje. Maar ik heb de pan in de oven gezet op 100 graden. Mijn ervaring is dat het vlees dan veel malser wordt.

Lekker met rijst, knapperige (roerbak)groente, komkommer en kroepoek. Of als onderdeel van een meer uitgebreide rijsttafel.

Thaise kippensoep met noedels en limoen


Hoera! Eindelijk een soep die de hele familie lekker vindt. En nog heilzaam ook, volgens Janneke Vreugendil, van wie ik ‘m gejat heb. “Mam, die soep met die noedels erin, de mag je nog wel eens maken”, zei Tess vanochtend. En dat wil wat zeggen! Graag, als ik binnenkort weer tijd heb, want hij moet wel een paar uur trekken. Maar in die tussentijd ruikt het hele huis wel verukkellijk naar gember en sereh. Uiteraard kun je hem een paar dagen bewaren en steeds een klein beetje opwarmen.

Neem:
1 flinke soepkip, in stukken
125 gram verse gemberwortel, ongeschild in plakjes
8 limoenblaadjes (of 2 laurierblaadjes)
3 serehstengels
1 theelepel peperkorrels
1 eetlepel zout

voor erin:
gare glas- of rijstnoedels
verse rode chilipeper, fijngesneden
verse koriander, fijngesneden
verse limoensap
Thaise vissaus

Doe de kip samen met de gember, limoenblaadjes, sereh, peperkorrels en het zout in een grote soeppan. Schenk er 4 liter koud water op en laat langzaam aan de kook komen. Schep het schuim van het oppervlak, leg een deksel ietsje schuin op de pan en laat 4 – 8 uur heel zachtjes sluimeren – er moet slechts af en toe een borrel zichtbaar zijn. (Je kunt er tussendoor trouwens gerust een kommetje uit jatten.)
Schenk de bouillon door een vergiet of zeef waarin je de kip en kruiden opvangt. (Als je de bouillon wilt ontvetten, laat hem dan afkoelen, zet in de koelkast, schep er de volgende dag de vetlaag af en warm hem weer op, is de tip van Janneke. Dat zou ik echter niet doen, want juist dat vet geeft zo’n heerlijke smaak.)
Verwijder het vel van de kip, pluk het vlees van de botten en doe het terug in de gezeefde bouillon. Verdeel noedels over zoveel kommen als er eters zijn, schep er bouillon op, bestrooi met chilipeper en koriander en laat iedereen zelf zijn soep op smaak maken met limoensap en vissaus.