maandag 4 januari 2010

Mijn moeders tulband


Hoera, het was weer kerst! Bijna twee weken geleden alweer, maar door een vakantie in Tsjechië had ik eerder geen tijd om al deze lekkere recepten te plaatsen.

Kerst is vooral leuk omdat ik dan een diner van minstens acht gangen kan verzinnen, voorbereiden en maken (en dat vervolgens ook verorberd wordt door dankbare familieleden). Én omdat mijn moeder dan weer haar traditionele tulband maakt. Al jaren luidt die heerlijke smaak het begin van kerst in. Meestal maakt ze er een paar zodat we er derde kerstdag ook nog van genieten. Dit jaar trouwens ook één voor de jaarwisseling, dus dat was twee keer smullen.

Ingrediënten voor één tulband: 200 g roomboter, 6 eieren (6 dooiers en 4 eiwitten), een flinke hand vol krenten en donkere rozijnen, 300 g patentbloem, 1 zakje gedroogde gist, 150 g suiker, rasp van 1 sinaasappel, snufje zout, geschaafde amandelen, rum voor het weken van de krenten en rozijnen.

Verwarm de oven voor op 140 graden. Week de krenten en rozijnen een half uur in de rum. Laat ze uitlekken. Klop de boter met de suiker smeuïg. Splits de eieren en meng de dooiers door het botermengsel. Klop goed door. Spatel de bloem met de gist erdoor. Klop 4 eiwitten in een andere kom stijf met een snufje suiker. Spatel ze door het beslag.
Vet een tulband vorm in. Bestuif met bloem en strooi amandelschaafsel onder in de vorm. Schep het beslag in de vorm en zet 50 minuten in de oven. Prik met een houten stokje of breinaald (moeders hebben die …) en check of de tulband gaar is. Laat ‘m anders nog 10 minuten extra in de oven staan.

Laat afkoelen. Na één of twee dagen is hij het lekkerst. Snijd dunne plakken, als je je kunt beheersen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten