Sushi-avontuur

Het was niet mijn idee om sushi te eten. Luc vroeg erom, echt waar. Hij had het pas bij een vriendje geproefd. Omdat onze kinderen zowel vis als rijst graag eten, leek het me geen al te groot culinair avontuur. Zaterdagavond was een mooi moment. Dus wij naar de visboer om verse, rauwe zalm en tonijn te halen. Verder ook nog krab, wat gerookte zalmsnippers en een paar gekookte tijgergarnalen. De rest kun je tegenwoordig in de supermarkt kopen: sushirijst, nori-vellen, een bamboematje om te rollen, wasabipasta, Japanse sojasaus en rijstazijn. Tot slot nog een komkommer en wat lente-uitjes, en je kunt aan de slag.

Kook de rijst volgens de verpakking. Breng hem op smaak met suiker, zout en rijstazijn (hoeveel precies staat op de verpakking). Laat afkoelen. Snijd de vis en komkommer in stukjes.
Maak vervolgens verschillende soorten rolletjes. Dat betekent: een nori-vel bestrijken met rijst, beleggen met vis en/of komkommer, strak oprollen en in stukjes snijden. Laat de sushi vervolgens even staan, dan worden de nori-vellen wat zachter.
Als je rijst over hebt, kun je balletjes rollen en die plat drukken. Daarop leg je wat komkommer, lente-ui, een garnaal of een plakje vis.

Dan alleen nog dipsausjes maken. Voor de kinderen had ik een bakje met alleen sojasaus. Voor ons had ik er een eetlepel wasabipasta doorgeroerd. En in één bakje zat behalve sojasaus ook wat limoensap, rode peper, verse gember en lente-uitjes. Dat is officieel iets te sterk van smaak, maar is wel heel lekker bij rauwe zalm en tonijn.

‘Waar zijn de soesjes nou?’, vroeg Merel, toen alles op tafel stond. Alle drie keken ze niet al te blij naar het eindresultaat. Misschien hadden we ze beter een paar rolletjes als lunchhap kunnen geven, en niet als compleet avondmaal. Toch was ik trots op ze. De nori vonden ze niet lekker. Maar van de rijst, de losse rauwe vis, de sojasaus, garnalen en natuurlijk de komkommer hebben ze toch heel wat hapjes gegeten. Met stokjes!