Ik ben in mijn leven drie keer bevallen. En drie keer was dit de eerste warme maaltijd die ik daarna at: mijn moeders kippenragout. Het ultieme ‘aansterk-eten’, dat ze voor ons kookte in de kraamtijd als ze een paar dagen kwam helpen. Een mooi recept voor de heimweekeuken, dus.
Deze kippenragout is trouwens altijd lekker. Met doperwtjes en sla, dat kan niet anders. Gelukkig krijgen we hem nog regelmatig voorgeschoteld in Hellendoorn. Maar ik maak ‘m stiekem ook zelf, want het recept had ik natuurlijk al lang een keer afgekeken.
Voor één gezin:
2 biologische kipfilets
2 rode uien, gehalveerd
1 rode ui, gesnipperd
peterselie en/of andere groene kruiden
50 g bakboter
bakje kastanjechampignons
teentje knoflook
1 el bloem
1 pakje roomkaas met kruiden (Boursin)
scheut slagroom
peper en zout
bieslook
Maak zelf bouillon: laat de kipfilets met 2 uien en de groene kruiden zachtjes trekken in een pannetje water. Haal de kip eruit en snijd in stukjes. Zeef de bouillon, zorg dat je ongeveer 500 ml overhoudt.
Smelt de boter, roerbak de ui, knoflook en champignons en bestrooi met peper en zout. Doe een flinke schep bloem bij het mengsel, roer goed en voeg dan scheutje voor scheutje de bouillon toe. Zet het vuur zacht. Blijf roeren tot je een dikke roux hebt. Voeg dan de stukjes kip, de kruidenroomkaas en een scheut slagroom toe. Maak de ragout op smaak met peper en zout en bestrooi met fijngesneden bieslook.
Serveer met rijst, doperwtjes, broccoli en een groene salade met dragonazijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten