Een vergelijkbare risotto at ik pas in een restaurant, maar ik vond mijn eigen versie lekkerder! Zomers fris, zonder boter en extra kaas. En superlekker met een gebakken visje - kabeljauw, zwaardvis, zeeduivel of iets dergelijks. Daar overheen gaat nog een dressing van citroen en olie. Zullen we wel vaker eten deze zomer!
De precieze hoeveelheden voor risotto weet ik nooit. Ik blijf altijd vocht toevoegen tot het gaar is. Voor 4-5 personen is 350 arboriorijst in ieder geval genoeg. Als vocht gebruikte ik het sap en de geraspte schil van 1 (biologische) citroen, een scheut witte wijn, 1 blikje tomatenblokjes op sap en een pannetje groentebouillon (van 2 bouillonblokjes). Verder nog 1 gesnipperde rode ui en een bosje fijngesneden peterselie.
Verhit een flinke scheut olijfolie in een pan met dikke bodem. Smoor de ui en voeg dan de rijst toe. Schep goed om. Laat iedere korrel glazig worden. Schenk dan eerst het citroensap en een scheut wijn erbij. Als het vocht verdampt is, voeg je een lepel warme groentebouillon en de tomatenblokjes op sap toe. Roer ook de citroenschil en een deel van de peterselie erdoor. Laat de risotto op laag vuur gaar worden. Roer regelmatig door en voeg steeds nieuwe bouillon toe als het vocht verdampt is. Roer er op het laatst nog wat verse peterselie door.
Als de risotto bijna gaar is, kun je de vis bakken. Breng alleen op smaak met peper en zout en bak in gloeiendhete boter of olie.
Serveer direct.
Lekker erbij: een dressing van citroensap, olijfolie, peper en zout. Die druppel je aan tafel over de vis. Groene salade erbij en dromen van een zomer aan de Middellandse Zee!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten