woensdag 30 maart 2011

Zelfgemaakte cantuccini


'Mam, dit moet je vaker maken.' Da's altijd een goed teken, als een van de kinderen dat zegt. Nou was dit wel heel erg lekker. Knapperige, heerlijk ruikende, goudbruine cantuccinikoekjes die op zaterdagavond vers uit de oven komen. Gelukkig had ik er genoeg gemaakt want de helft was al op voordat mijn vriendinnen-eetclubje op zondagavond begon.
Het is echt niet zoveel werk en absoluut de moeite waard. Recept komt van Tessa Kiros trouwens (zoals wel vaker!), die met haar kookboeken Twaalf en Ciao Bella de inspiratie vormde voor mijn Italiaanse lente-diner.

Voor zo'n 30-35 koekjes:
60 g zachte roomboter
250 g fijne kristalsuiker
2 eieren
rasp van 1 sinaasappel
400 g bloem
1,5 tl bakpoeder
150 g amandelen met vliesjes
3 el Vin Santo (of de iets minder geconcentreerde Santovino, gaat ook prima)

Verwarm de oven voor op 180 graden. Roer in een kom de boter met de suiker tot een romig mengsel. Klop met een mixer de eieren en het sinaasappelrasp erdoor. Meng dan de gezeefde bloem, het bakpoeder en een snufje zout erdoor, en tot slot de hele amandelen en Vin Santo.
Kneed tot een samenhangend deeg en verdeel dat in drieën. Bekleed een grote bakplaat met bakpapier. Maak drie lange, platte worsten van het deeg (3 cm hoog en 5 cm breed). Bak ze ongeveer 20 minuten in de oven tot ze goudgeel maar nog een beetje zacht zijn. Haal ze uit de oven en snijd ze met een scherp mes in ongeveer 10 schuine plakjes van zo'n 2 centimeter dik.
Leg deze plakjes plat op het bakblik en bak ze nog 5-10 minuten om ze verder te laten bruinen en uitdrogen. Keer ze eventueel een keer om. Haal ze dan uit de oven en laat ze afkoelen, maar vergeet niet om er meteen een paar te proeven ...
In een luchtdichte trommel zijn de koekjes best wel even houdbaar.
Serveer ze als zoet nagerecht bij de koffie, thee, bij dit verrukkelijke chocoladetoetje of bij een glaasje Vin Santo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten