dinsdag 22 december 2009

Gebakken kaneelappels met ijs van karnemelk


Nog zo’n lekker kerstdessert, mocht je nog geen keuze hebben gemaakt. Zoete, warme appels met fris ijs. Vorige week van gesmuld tijdens ons eetclubje bij Miranda. De andere heerlijke recepten van dit vroegtijdige kerstmenu volgen snel!

Voor 4 personen:
Voor het ijs: 250 ml halfvolle room (kookroom), 200 g fijne kristalsuiker, 1 tl vanille-extract,
500 ml karnemelk.
Voor de appels: 50 g boter, 4 lekkere appels, 80 g lichtbruine basterdsuiker, 1 tl kaneelpoeder, 2 el marsala.

Het ijs:
Klop room, suiker en vanille-extract tot de suiker is opgelost en de room stijf begint te worden. Klop de karnemelk erdoor en giet het mengsel in een kom of bak met deksel. Zet afgedekt in de vriezer. Klop het ijs na 1 uur flink door met een garde of elektrische mixer en zet het terug in de vriezer. Klop het ijs na enkele uren nog eens goed door en laat het in de vriezer hard worden.
Voor wie een ijsmachine heeft: draai het mengsel tot ijs volgens de gebruiksaanwijzing.

Appels:
Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet een lage ovenschaal in met boter. De schaal moet net groot genoeg zijn voor 8 appelhelften. Snijd de appels doormidden en snijd zorgvuldig het klokhuis weg zonder in de schil te prikken. Leg ze met de bolle kant naar beneden in de schaal. Meng suiker en kaneel en strooi dit over de appels. Leg een klontje boter op elke appel en besprenkel met marsala. Giet 125 ml water in de schaal.
Bak de appels in ongeveer 30 minuten, bedruip de appels met het sap en voeg nog eens 125 ml heet water toe. Bak nog 30 minuten, tot de appels van binnen zacht en aan de bovenkant goudbruin zijn. Serveer warm of op kamertemperatuur, maar met wat saus erover en 2 bolletjes ijs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten