.JPG)
Je kunt mij wakker maken voor een stamppot boerenkool met rookworst, mosterd en zilveruitjes. Als kind was dat al mijn favoriete winterkost. Dat at ik het liefst wekelijks. Sinds ik een oosterse variant heb ontdekt in een oude Tip, vind ik het moeilijker kiezen. Maar met het mes op de keel: dan is deze boerenkool nog net iets lekkerder … De rest van de familie is daar gelukkig mee eens.
Eigenlijk houd ik helemaal niet van varkensvlees, laat staan speklapjes. Ik vind de ‘vleessmaak’ te sterk. Maar zet ze een paar uur in de oven met kruiden en ketjap en de hemel opent zich.
Voor 4-5 personen:
Verwarm de oven voor op 140 graden. Leg 8 speklapjes in een ovenschaal. Meng 2 dl zoete ketjap, 1 dl sojasaus, 1 dl (vers) sinaasappelsap en 2 el komijnpoeder. Giet het sausje over de speklapjes en zet in de oven. Volgens het recept een uur. Maar ik laat de schaal rustig 2-2,5 uur staan, de speklapjes worden dan veel gaarder en krokanter. Bedruip de speklapjes tussendoor af en toe met de marinade.
Maak boerenkoolstamppot zoals je gewend bent. Mijn geheim: kook de aardappelen apart van de boerenkool. De boerenkool is na 10 minuten namelijk al gaar. Laat die heel goed uitlekken in een vergiet zodat al het water eruit is en de stamppot straks niet waterig wordt. Van de aardappels maak je een romige puree. Dan de boerenkool erdoor, wat peper en zout en dit geval ook nog: 1 gesnipperd sjalotje dat je hebt gefruit met een teentje knoflook en een el kerriepoeder. Meng dat allemaal door elkaar.
Dien op met de speklapjes en uiteraard de ingedikte marinade. Smullen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten